De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is nog druk bezig met implementatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In 2018 lag de focus op voorlichting en uitleg, dit jaar gaat de aandacht nadrukkelijker uit naar handhaving en sanctieoplegging. Wat nog ontbreekt, zijn systeemtoezicht en samenwerking met andere Europese toezichthouders. Dat meldt minister Sander Dekker in een brief aan de Tweede Kamer.
De AP is in Nederland de instantie die toezicht houdt op de naleving van de Europese privacyrichtlijnen die eind mei 2018 in werking traden. Het eerste jaar stond voor de autoriteit volledig in het teken van transitie, schrijft de minister. ‘Niet alleen het wettelijk kader, maar ook de organisatie van de AP zelf was aan veranderingen onderhevig.’
De belangrijkste focus voor de AP betreft de gegevensverwerking door de overheid, in de zorg en door datahandelaren. Dit geldt ook voor gemelde en ongemelde datalekken en voor klachten omtrent privacy. Naar aanleiding van sommige klachten start de autoriteit een onderzoek.
Ruim elfduizend klachten
In 2018 ontving de AP 22.000 informatieverzoeken en ruim 11.000 klachten. Een derde van de klachten betrof het de rechten van betrokkenen, bijvoorbeeld in verband met het inzien of verwijderen van persoonsgegevens. Er werd ook veel geklaagd over organisaties die te veel persoonsgegevens verzamelen ten opzichte van het doel daarvan, en over organisaties die persoonsgegevens zonder toestemming doorgeven aan derden. De AP informeert de klager over zijn rechten, bemiddelt bij organisaties waarover wordt geklaagd en start een handhavingstraject als compliance uitblijft.
Nu de AVG in werking is getreden, krijgt de waakhond meer geld van de overheid. Het budget is structureel verhoogd van 8,1 miljoen in 2018 naar 18,5 miljoen euro per jaar, vanaf 2019. Dat is 3,4 miljoen meer dan eerder vastgesteld.